Wat is clickertraining?
Het heeft een hele tijd geduurd voor ik mijn vooroordelen opzij kon zetten, maar sinds 1996 ben ik door de knieën gegaan voor de principes van clickertraining.
Bij clickertrainen staat belonen centraal, maar ook hardop zeggen tegen je paard dat hij het goed heeft gedaan, en moeilijke oefeningen in héle kleine stukjes knippen en stap voor stap weer opbouwen. Clickertraining is spelenderwijs leren, in een strak en correct stappenplan. Want clickertraining is een vriendelijke training, maar niet fluffy of lief – het is geen methode voor watjes.
Moeilijker dan dat is het niet. Je doet nog steeds hetzelfde als wat je daarvoor deed, alleen is de weg er naartoe een beetje anders.
Het resultaat is een vrolijk, actief meewerkend paard.
Clickertraining gaat niet om de oefeningen zelf, en al zeker niet om het belonen met voer – hoewel je daar uiteraard begint en de manier waarop je traint er wel degelijk anders uit gaat zien. Jawel, je gaat wel degelijk belonen met voer, en nog vaak ook. Het belangrijkste is echter dat clickertraining een ander denkproces bij je kan teweegbrengen dat de uiterlijkheden van de ‘methode’ vér overstijgt. Waar inzicht begint, stopt de methode.
Wat goed gaat, doe je nog eens. Wat niet goed gaat, doe je niet meer.
Clickertraining is los gebaseerd op de wet van het effect. We leren aan de hand van de gevolgen. Dingen waar we beter van worden, blijven we doen; dingen die ons niet zo goed bevallen, daar stoppen we mee.
Bij clickertraining wordt er op een zo helder mogelijke manier gekeken naar waarom een paard doet wat hij doet. Uiteraard wordt er daarbij rekening gehouden met cognitieve, sociale en ethologische invloeden. Maar het belangrijkste kenmerk van clickertraining is het gebruik van een hulpmiddel: de bridge, meestal een kort geluidsignaal.
De bridge
Bij clickertraining wordt dus eerst aan het paard geleerd dat een kort geluidje betekent dat hij een beloning heeft verdiend: “dat heb je goed gedaan, kom je beloning maar halen”. Het is letterlijk een overbruggingssignaal (vandaar bridge) tussen het juiste gedrag en de beloning. In paardentraining kan de bridge de ‘klik’ van een clicker zijn, of een tongklik, of “yes” zeggen, of “ex”, of wat dan ook.
Wat je wil leren aan je paard, leg je in hele kleine stapjes aan hem uit (opeenvolgende benaderingen van de eindoefening). Doet je paard iets dat erop lijkt, dan ‘click’ je op het moment dat je paard het juiste gedrag vertoont (‘gedrag’ is bvb een bepaald onderdeel van een oefening). Je ‘markeert’ het gewenste gedrag, alsof je klik! een foto maakt van het “moment suprème”.
Het paard heeft geleerd dat op de click de beloning volgt, en zal het gedrag waarvoor je clickt vaker gaan herhalen. Geleidelijk aan verfijn je het “ruwe” gedrag steeds meer tot je paard de complete oefening kent. Het belangrijkste aan clickertraining is dus het gebruik van dit overbruggingssignaal, waarmee je beter aan je paard kan uitleggen wat het precies is dat hij goed heeft gedaan.
Hoe ziet het er uit?
https://prezi.com/q_ddz939vg_7/what-is-clickertraining/
In grote lijnen ziet een trainingsstap er als volgt uit:
- je vraagt het paard om een gedrag, een oefening
- het dier voert het gedrag uit + precies op datzelfde moment hoort het paard de clicker/stem als bridge
- daarna volgt de beloning, meestal een beetje eten, maar in principe alles wat het paard een beloning vindt in deze omstandigheden.
Hoe werkt het?
Het juiste ‘gedrag’ wordt consequent beloond
De beloning is in het begin meestal voedsel (‘positieve bekrachtiging’), maar het kan ook iets anders zijn, bvb het wegvallen van druk (wijken voor druk, het juistere woord daarvoor is ‘negatieve bekrachtiging’). Het gaat er om te werken met wat het páárd motiveert, niet met wat de méns vindt dat z’n paard zou moeten motiveren.
Er wordt niet elke keer voor hetzelfde beloond (het paard moet steeds meer doen om de click te horen); en ook niet elke keer. Maar omdat je de training in hele kleine stapjes opbouwt in het leertempo van het paard, doet het paard steeds meer zonder het zelf te beseffen – het blijft makkelijk voor hem. Dit heet shapen. Zodra het paard het gedrag “kent”, kan je het bijvoorbeeld ook op een andere ‘cue’ zetten (een aanwijzing met stem bvb, een rijhulp…).
Zodra het gedrag, de oefening gekend is, moet het paard steeds meer doen om de bridge te horen en aan een beloning te komen.
Al vrij snel wordt het gebruik van de bridge (de click) én het geven van de beloning weer afgebouwd: de click dient om iets aan te leren, niet om een al gekend iets te onderhouden.
Waar komt de naam vandaan?
Niet iedereen die clickertraining doet, gebruikt een clicker. de meeste paardenmensen gebruiken zelfs zelden een clicker, meestal dan nog alleen bij het aanleren van iets nieuws. Je kan ook je stem (zelf zeg ik “EX” zoals in “excellent”) gebruiken, of een fluitje (dolfijnen) of een lichtsignaal (vissen, vogels), enzovoort.
Alle mogelijke dieren (vissen, vogels, krabben, alligators, wolven, beren, olifanten enz enz en natuurlijk paarden) worden dagelijks, wereldwijd op deze manier getraind.
Wat als het paard het niet doet?
In traditionele training wordt als het dier niet “meewerkt” vaak gebruik gemaakt van negatieve bekrachtiging met veel contrast (veel druk geven om dan te laten wegvallen) en zelfs positief straffen (de druk verhogen als het paard niet reageert, bvb ook met zweep, sporen enz).
Bij clickertraining wordt er in principe niet gestraft. Dat betekent natuurlijk niet dat ‘fout’ gedrag wordt genegeerd: er wordt alleen niet onmiddellijk op gereageerd, tenzij enkel om het gedrag af te breken omdat de veiligheid acuut in het gedrang komt (lees ook ‘twee keer per jaar’). Fouten zijn informatie; als een paard iets niet doet betekent dat dat er een gat in de training zit. Het ‘foute’ gedrag wordt niet telkens weer afgestraft maar wel gehertraind, bijvoorbeeld door het aanleren van niet-compatibel en/of tegengesteld gedrag. Als een paard z’n hoofd naar beneden heeft kan hij niet steigeren. Een paard dat steigert wordt dus aangeleerd dat als hij z’n hoofd laag houdt er fijne dingen gebeuren. De reden dat het paard is gaan steigeren wordt gezocht en de omstandigheden worden aangepakt zodat het paard geen behoefte meer voelt aan steigeren. Omdat de trainer het paard in hele kleine stappen naar het juiste gedrag begeleidt (shaping), komt het amper voor dat straffen nog nodig is.
Niet zo fluffy als je denkt…
Clickertraining helpt in de eerste plaats de mens een betere trainer te maken, omdat het systeem hem dwingt duidelijk te zijn: duidelijk over wat hij nu eigenlijk wil, duidelijk over de timing, duidelijk bij het belonen, duidelijk in z’n stappenplan. Het dier is er uiteraard bij gebaat; niet alleen verloopt de training veel vrolijker (“yey! voer!”), het weet ook exact waar het nu eigenlijk over gaat, zonder gedwongen te worden. Zélfs trainers die met andere methodes werken en clickertraining uitproberen, staan verbaasd over de intensiteit van het clickertrainen, en over hoeveel ze “teveel” hebben gedaan toen ze alleen maar “druk uitoefenen” (hoe licht ook) als trainingstool hadden.
Behalve de precisie waartoe clickertraining je dwingt (nee, als trainer kan je je niet meer verbergen achter mythische woordgebruik, want àlle leren is gebaseerd op heel heldere principes) geeft clickertraining de meeste trainers de kans om een voor hen tot dan toe zo goed als onbekend leerquadrant te gebruiken, daarmee hun ’tools’ verdubbelend, en het inzicht in wat ze tot nu toe deden te verduidelijken.
Niet zo “nieuw” als je denkt…
Clickertraining is een verzamelnaam voor een aantal methodes die gegroeid zijn uit onderzoek naar operant conditioneren. Laat het woord “conditioneren” je niet bang maken! Het heeft namelijk niks te maken met wezenloos, gedachtenloos dingen herhalen, integendeel! “Operant conditioneren” doet namelijk iederéén: iedereen doet meer van wat hij fijn vindt, en minder van wat hij niet fijn vindt.
In ’38 legde B.F. Skinner deze basisprincipes vast voor wat we nu kennen als operant conditioneren. Bovendien ontdekte Skinner het nut van de “bridge“, die op een strategisch moment bij het trainen wordt ingezet. Twee studenten van Skinner, Marian en Keller Breland, en later ook Bob Baily zetten deze theorieën om naar het praktisch werken met dieren. Hun werk waaide in de jaren ’70 van het Amerikaanse leger over naar bijvoorbeeld SeaWorld, waar dolfijnentrainers zoals Karen Pryor en Gary Wilkes eindelijk een manier vonden om hun dieren allerlei dingen te kunnen leren zonder halsters, zwepen of sporen.
Ondertussen is clickertraining al lang niet gebaseerd op het eerder ouderwetse behaviorisme van die tijd. Clickertrainers leren nog steeds gedrag te analyseren aan de hand van de principes van operant conditioneren, maar minstens zo belangrijk, zo niet belangrijker is een groter inzicht in cognitief en sociaal leren, klassiek conditioneren (wat niet is wat je denkt!), habituatie enzovoort.
Er zijn vele verschillende stromingen binnen clickertraining. Wat al die stromingen echter verbindt, is het gebruik van de bridge.
Rechts vind je een heleboel links naar the do’s en don’ts van clickertraining.