Waarom zou je grondwerken?
Het antwoord schreef ik al in mijn eerste boek, Grondwerk met paarden. Hieronder een uittreksel uit dat boek.
“Dit boek gaat over grondwerk. Het gaat ook over rijden – over dressuur en springen en cutting en mennen, maar dat zou je niet zeggen als je er doorheen bladert en naar de foto’s kijkt.
De meeste paardenmensen rijden op hun paard. Wat ze van op de grond doen met hun paard, is minimaal: uit de stal of de wei halen, een halster aandoen, naar de zadelplaats leiden, borstelen, opzadelen, en hup erop. Soms wordt een paard gelongeerd, maar eerder als tussenoplossing omdat er om de een of andere reden (nog) niet wordt gereden – slechts af en toe om te gymnastiseren. Zeldzaam is de ruiter die ook naast zijn paard, met het paard werkt of speelt. Grondwerk is immers niet noodzakelijk om goed met je paard te kunnen omgaan of rijden. Sommige mensen hébben het gewoon, dat natuurlijke leiderschap en dat aangeboren rijtalent waardoor ze ongedwongen uit eender welk paard het beste kunnen halen.
Toch kan grondwerk veel méér zijn dan wat er gebeurt tussen wei en zadelen. Je kan een heleboel concepten introduceren op de grond, en ze verder uitwerken tijdens het rijden. Grondwerk vervangt daarbij in geen geval het rijden. Hoe een paard zich gedraagt bij het rijden, kan je alleen ondervinden bij het rijden. Rijden verbeter je alleen maar door te rijden. En toch…
Grondwerk is niet nieuw: al heel lang wordt er met paarden vanaf de grond gewerkt. Grondwerk bereikt z’n hoogtepunt in de klassieke dressuur en vrijheidsdressuur. De Spaanse Rijschool in Wenen, het Cadre Noir in Saumur, zelfs Circus Knie… zijn wereldberoemde instituten waar courbettes en levades tot uitvoer worden gebracht. Allemaal het resultaat van grondwerk.
Je kan het heel nuchter bekijken. Grondwerk helpt natuurlijk in de eerste plaats voor een verbeterde omgang met je paard. Je paard leert z’n voeten geven, stilstaan bij het zadelen, na jou door een poortje stappen, bij je blijven bij het leiden. Maar dat is niet alles.
Grondwerk leert je je paard voelen. “Gevoel” alleen al beslaat een hele bladzijde in het woordenboek: maar één zin springt eruit: “-4. besef, bewustzijn: het innerlijk gevoel zegt hun hoe ver de natuur gaat boven de leer” – mooi, hè? Bij “gevoeligheid” staat er ook: “-2. het aanwijzen van zeer kleine verschillen”. En kijk, dààr gaat grondwerk over. Over het zien en ervaren van kleine dingen.
Grondwerk leert je naar je paard kijken, als individu – en daarmee naar het scala van uitdrukkingen waarmee hij met z’n hele lichaam met je communiceert. Soms fluistert, soms schreeuwt. Leer het fluisteren zien, en hij hoeft nooit meer naar je te schreeuwen. Leer zien hoe hij het antwoord op je vraag probeert te vinden, en hoe je veel sneller kan belonen. Leer omgaan met de gevoeligheden van je paard, en hoe subtiel hij kan reageren op hele kleine aanwijzingen, als je ‘m maar de kans geeft. Je leert hoe je paard zoekt, als het moeilijker wordt, en of hij het dan moeilijker heeft aan de linkerkant dan aan de rechterkant. Je ontdekt ook hoe moeilijk het soms tussen z’n oren is… of hij snel maar eerder wat slordig antwoordt, of dat hij wel tijd nodig heeft om over de dingen na te denken maar ze daarna dan ook perfect uitvoert – of iets er tussenin. Je leert wat hij graag doet: misschien houdt hij tot je grote verrassing heel erg van vrijspringen, of vindt hij juist de Spaanse Pas geweldig om te doen.
Grondwerk ontwikkelt je eigengevoel. Hoe je bewust wordt van je eigen lijf, en het belang van elke handeling. Je leert je eigen lichaamstaal op de reacties van je paard afstemmen. Je leert hoe je hem kan terughalen of wegzenden of versnellen en vertragen, ook zonder afhankelijk te zijn van hulpmiddelen als longeerlijnen en -zwepen.
Grondwerk helpt je grenzen verkennen. Je spreekt een aantal omgangsregels af met je paard: tot hier, en niet verder. Dit mag je, dat heb ik liever niet. Grondwerk leert je paard hoe uit jouw ruimte te blijven, want hij is groot en zwaar en impulsief, en dat maakt dat hij – ook onbedoeld – een gevaar voor je veiligheid kan zijn. Hij leert z’n lijf, én z’n emoties onder controle houden. Hij leert dat je een betrouwbare en consequente leider bent, en dat hij in jouw buurt niet in de problemen geraakt.
Grondwerk maakt Je paard dapperder: hij leert dat vreemde dingen aanraken misschien wel een beloning oplevert, of dat over een plastic zeil stappen niet erg is: plastic is immers leuk om mee te schudden! Hij leert dat hij dingen kan wegduwen, of oppakken, dat hij er controle over heeft, dat hij erover, ernaast, eromheen, eronder, ertussen kan.
Grondwerk leert je paard naar je terug-voelen, en elk van zijn bewegingen op de jouwe afstemmen. Hij leert onderscheid maken in je lichaamstaal, tussen wat je bedoelt en niet bedoelt. Hij leert ook jou beter kennen, je intenties, aanwijzingen en emoties. Hij leert op je wachten, en niet zelf te beslissen hoe, waar en wanneer. Hij leert je aanwijzingen opvolgen, onmiddellijk, zodra je het wil en zolang je het wil. Hij leert z’n aandacht bij jou te houden en bouwt een zekere werkethiek op. Hij leert leren.
Grondwerk helpt je paard zich bewuster te worden van z’n lichaam: hij leert dat hij een voor- en een achterkant heeft, en vier voeten, en dat hij met elk lichaamsdeel – ook z’n oor, z’n linker voorvoet, z’n achterhand… bewust, gecontroleerd, gericht kan bewegen.
Grondwerk helpt je paard gymnastiseren: hij leert z’n voeten precies te plaatsen waar je ze hebben wil, en te wachten op jouw informatie daarvoor. Hij leert na te geven en te buigen, zowel horizontaal als vertikaal. Hij leert hoe hij z’n achtervoeten dieper onder z’n buik kan neerzetten en van daaruit met impuls kan voortbewegen. Hij leert hoe hij z’n lijf kan organiseren om soepel achterwaarts te gaan of te buigen in een wending, nog voor je in het zadel gaat. Als hij dat eerst mag ondervinden zonder de bijkomende moeilijkheid van een ruiter op z’n rug, zal hij het daarna veel gemakkelijker hebben.
Grondwerk helpt jou te ondervinden hoe kort een hulp kan zijn, en hoe belangrijk de juiste timing bij het loslaten is. Je leert hoe weinig je nodig hebt om met je handen op touw of teugels of een lichte aanraking van het paardenlijf richting te geven aan de beweging van je paard. Grondwerk leert je hoe licht een rijhulp slechts hoeft te zijn en desondanks toch nog duidelijk te zijn.
Grondwerk leert je plannen. Het leert je hoe je in kleine maar duidelijk afgelijnde stappen sneller verder raakt, en hoe je je training logisch en consequent opbouwt. Het leert je belonen op tijd en informatie halen uit fouten. Je ondervindt hoe belangrijk basics zijn, omdat je die basics één voor één doorwerkt, zonder je evenwicht te moeten houden bovenop een bewegende paardenrug en veel te veel tegelijk te moeten doen; en met de luxe van het allemaal voor je ogen te zien gebeuren. Als je de trainingsprincipes in al hun eenvoud hebt doorgrond, wordt rijden veel gemakkelijker.
Grondwerk is ook gewoon fun, spelen met je paard, dingen doen waar je je beiden gewoon bij amuseert, zoals apporteren of dingen aantikken of op een podium staan of voetballen. Want je paard maakt geen onderscheid tussen een schouder-binnenwaarts uitvoeren of achter een frisbee aan gaan – die doet iets graag, of niet graag. Net zoals jij.”