We zijn zo slecht nog niet, P.
Natuurlijk ben ik het met jou (en het onderzoek) eens dat P+ gebruiken moordend is voor de kwaliteit van je trainen en je relatie met je dier. En natuurlijk is wijken-voor-druk aversief, omdat als er weggeweken wordt voor de druk dat betekent dat de druk duidelijk aversief was (outcome based).
>> Zijn het misschien gewoon betere trainers Inge?
Nee, geen betere trainers (dat zal van ook van individu tot individu afhangen zeker?). Wel ándere. Met andere verwachtingspatronen, zoals E. schrijft.
Toen ik met Kayce Cover rondliep bij de zoo vroeg ik aan de hoofdoppasser (nu directeur) wat hij het gevaarlijkste dier van allemaal vond. “Wat jij doet”, zei hij, “het paard”. Daar was ik nogal verbaasd over, uiteraard, maar z’n uitleg was dat ze groot zijn, onvoorspelbaar, dat we in ‘unprotected contact’ werken en potentieel gevaarlijk gedrag (bvb springen als een gewilde krachtexplosie!) aanmoedigen :-).
Ik weet dat je niets hebt met Ken Ramirez of Ted Turner of Todd Feucht of Kayce Cover (en ja, ik heb enkel van hén les gehad en (nog) niet van Bob) maar het verschil is dat door les bij hén te volgen ik zowel heel veel geleerd heb over wat hetzelfde is als over wat verschillend is. En wat verschillend is is niet alleen de supergecontroleerde omstandigheden waarin ze werken, maar ook wat ze (slechts) verwachten van hun dieren:
– de meeste dieren trainen ze alleen maar in protected of semi-protected contact
– alleen als je al jàren in het (zorgvuldig begeleide) trainingsteam zit mag je in het water (unprotected contact)
– zoodieren leren meestal enkel husbandry (bodyparts doorheen de tralies of uit het water aanbieden) en zich verplaatsen van de ene kooi naar de andere
– marinedieren (zorgvuldig uitgekozen) leren daarnaast een beperkt aantal speloefeningen waarvan slechts een paar “goed genoeg” moeten zijn.
– nu zal je zeggen “maar Bob…”. Bob trainde de meeste van z’n dieren om 2 of 3 dingen heel goed te doen.
Wij?
– wij werken met grote onvoorspelbare dieren in unprotected contact.
– deze dieren zijn vaak nauwelijks geselecteerd op hun karakter en er wordt zelfs bij gevaarlijk gedrag in unprotected contact gewerkt, ook al kennen trainer en dier elkaar niet.
– we krijgen geen formele training over trainen, geen team met goed betaalde mensen, geen dure facilitaties.
– we leren onze paarden niet alleen husbandry, maar we brengen ze van het begin af aan overal naartoe in ongecontroleerde omstandigheden (trailers! wedstrijden! uitstappen! verandering van wei/stal/kuddegenoten!) De meeste zoodieren verlaten hun kooien/bassins nooit en als er iets in de groep verandert wordt het maandenlang voorbereid.
– we verwachten dat ze honderd-en-een dingen goed kennen (wat moet de gemiddelde hond (die 24/24 bij ons in huis leeft!) kennen? zit-lig-hier-blijf-niet blaffen-niet trekken aan de lijn-apport en we spreken al over een “goed opgevoede” hond)?
– en het allergrootste verschil? we kruipen er bovenop en verwachten dat ze ook daar honderd-en-een dingen goed kennen (al die cues! al die combinaties van cues!).
– …en hun hoofd (en hopelijk hun ruiter) niet verliezen in de meest crazy omstandigheden.
– er zijn paardentrainers die ondanks alles niet zo slecht presteren – dingen waar zij naar opkijken (Ted Turner: “do you mean to say that you trained a horse to catch frisbees? An ungulate? Wow – if you can do that you can join our senior team!”).
Maar – en daar heb je gelijk in – we kunnen uiteraard een heleboel van deze mensen opsteken (anders zou ik toch niet telkens weer gaan lessen bij die mensen?). Zij hebben namelijk alles over R+ en P- uitgetest (precies omdat het kon in zo’n gecontroleerde omstandigheden), en alles bijgehouden, en ze geven uitstekend gestructureerd les.
En daarmee komen we uiteraard bij de essentie van wat ons bindt. Het geloof dat alles te trainen valt met positieve bekrachtiging (en dus ook P-), als je het maar goed genoeg doet. Als je maar gaat nadenken over hoe dat eigenlijk gaat, trainen. Ik train in principe àlles met positieve bekrachtiging, en ik denk dat je het met die twee keer per jaar ook wel met me eens bent.
Als andere ItClicks-trainers (zoals E.) daarover (in gradatie!) van mening verschillen dan vind ik dat hun goed recht – als ze maar evolueren.
Maar ik blijf erbij: druk is niet *per definitie* aversief. Anders zou je niet hand in hand willen lopen met je lief; laat staan dansen (waarbij de ene de andere leidt en de andere grààg volgt). Het méégaan met druk tot de druk ophoudt (bvb de teugel naar beneden volgen), dat kan je zo eenvoudig aanleren als modifier cues; zelfs toelaten dat het dier zélf druk uitoefent (in contact blijven met een target!).
Het vraagt alleen maar wat verbeelding en goodwill om niet automatisch terug te vallen op dat wat je kent van vroeger, waar je slechte de helft van het operante kwadrant ter beschikking had.
Ik denk dat dàt een van de meest onderschatte voordelen is van clickertraining: het dwingt niet alleen het pààrd om een beetje oorspronkelijk te denken, maar ook de mens.