Antwoord op een vraag van AB, die zich afvraagt waarom haar paard zo makkelijk wegspringt, met haar op de loop gaat, en niet meer naar haar luistert.
De adrenaline van een paard schiet érg makkelijk omhoog, en een paard stopt dan zo’n beetje met nadenken, en wordt reactief, en defensief. Adrenaline zakt véél trager dan dat het omhoog schiet, en dus is het eerste wat je eigenlijk ten allen tijde zou moeten doen, voorkómen dat de adrenaline van een paard omhoog gaat.
Als je een goede ruiter zou zijn, dan zou je er wel kunnen “doorheen rijden”; je presenteert dan -als het goed is- aan je paard een “rustige vastigheid” (om de gevleugelde woorden van onze ex-eerste minister te gebruiken) waardoor je paard gaat denken “oh, eigenlijk is alles goed, laat ik maar op meneer/mevrouw op m’n rug vertrouwen” en ontspant. Maar dat ben je (nog) niet, dus moet je eerst en vooral leren voorkomen. Door simpelweg bij het begin te beginnen.
Kiyasa heeft gewoon geen idee heeft wat de basishulpen zijn. Ik weet niet hoe oud ze is, hoe ze hiervoor gereden werd en door wie – wat ik zie is een paard dat geen idee heeft wat ze moet doen. Je paard “staat niet aan de hulpen”. Ik zie haar voortdurend roepen “o nee, o nee, o gùt wat is dit, oh wat nu”.
Ze heeft geen idee wat ze met jou op haar rug aanmoet, het ziet er allemaal erg rommelig uit, en zo ís het ook – in jouw én in haar hoofd.
En dan zeg je dat je clickertraint met Kiyasa. Dat zie ik dus helemaal niet – ofwel gebruik je het niet onder het rijden, ofwel denk je dat het bij het rijden anders gaat dan op de grond? In elk geval, als ik clickertraining zou zien, dan zou ik duidelijk kunnen zien wat je vraagt van je paard, en een paard dat antwoord probeert te geven, en dat beloond wordt voor elke kleine poging. Ik zou een paard zien dat vaak mag stilstaan, en daar blij mee is. En vooruitgang.
Clickertraining is namelijk geen “methode” – het is een manier van leren. Het dwingt je om op voorhand na te denken over wat je nu eigenlijk wil, hoe je daar naartoe gaat werken, wat en wanneer je gaat belonen, hóe je dat dan gaat belonen, en wat je gaat doen als het juiste antwoord toch niet komt. De rommel vooráf uit je hoofd halen, zodat je ook duidelijk wordt voor je paard. Ook in het zadel.
Clickertraining is er immers even veel voor het paard als voor z’n mens: je wordt er potverdorie gewoon een betere trainer van. En je hoeft niet eens al een goede ruiter te zijn om toch een trainer te kunnen zijn in het zadel – je gaat immers gewoon gelijk op in een tempo dat jullie beiden aankunnen.
Laten we dus eens kijken naar wat “aan de hulpen staan” zou kunnen worden à la clickertraining.
“Aan de hulpen staan” gebeurt in de eerste plaats in het hoofd van je paard en betekent dat je paard, zodra ze een vraag van jou voelt door de teugel of van jouw benen, zegt “ok, ik volg je onmiddellijk naar links/rechts/vooruit/achteruit”. Er is ook naar boven (zoals nageeflijk aan de teugel) en naar onder (voorwaarts-neerwaarts), maar daar zijn we nu nog niet. Het aanleren van basishulpen begint voor mij overigens op de grond, zoals het meeste werk.
1. Eénzijdige directe teugelhulpen = neus volgt naar links/rechts
Je neemt de linkerteugel op en doet hem open, als een deur. Het hoofd van het paard volgt naar links.
Als je paard in beweging is, volgt z’n lijf achter z’n hoofd aan, en je gaat dus naar links.
Bridge exact op het moment dat je paard naar links begint te volgen. Niet te vroeg, maar zéker ook niet te laat. Laat de druk op je teugel vallen, sta stil – wácht tot je paard stilstaat, en beloon. Wacht even, en begin opnieuw.
Hetzelfde aan de rechterkant.
2. Eénzijdige indirecte teugelhulpen = schouder wijkt naar links/rechts
Je legt de linkerteugel tegen de hals en vraagt het paard om voor de teugel te wijken, naar rechts dus. Dat is niet gemakkelijk, maar met een bridge sorteer je dat er zo uit. Als het niet goed lukt, zet je paard dan met z’n hoofd naar de omheining. Hij kan nu niet anders dan naar links of rechts gaan. Doe dat niet lang! Het is de bedoeling dat je paard wel degelijk voorwaarts stapt.
Dit is de voorbereiding op het rijden met de buitenteugel, waarbij de buitenteugel de grootte van de wending bepaalt.
Veel, veel later (in combinatie met voorwaartsheid en verzameling en al die andere rijhulpen), wordt dit ooit een galoppirouette.
3a. Eénzijdige beenhulpen = achterhand naar links/rechts*
Je legt je linkerbeen aan (alléén je linkerbeen), iets achter de singel, doe NIETS met je handen en je zit, zit ontspannen, trek je been niet op, leg het gewoon aan alsof je been een stuk van een singel is – je geeft een duidelijk afgelijnde, maar vriendelijke rijhulp.
Zodra Kiyasa daarop reageert door haar achterhand naar rechts te bewegen, bridge, wacht tot je paard stilstaat, haal je been eraf (dwz: je laat het gewoon hangen nu, NIET afsteken), beloon.
Wacht even, en begin opnieuw.
Als Kiyasa iets anders doet, hou je gewoon je been eraan. verander niets in je houding. Wacht tot ze “iets” doet dat lijkt om met de achterhand naar rechts gaan, ook al lijkt het er maar een heel klein beetje op. Bridge en beloon daar voor.
Hetzelfde aan de rechterkant.
4. Tweezijdige teugelhulp = minder doen
(galop -> trager -> draf -> trager -> stap -> trager -> stilstaan -> achteruit)
Moest het zo zijn dat Kiyasa in stilstand geen verschil maakt tussen je been dat gewoon afhangt, en je been dat je aanlegt, dan doe je eerst dat: laat, al stilstaand je benen gewoon afhangen. Neem geen teugels aan. Zit gewoon niks te doen, maar niet als een bloemzak – wel netjes rechtop, met je ellebogen naast je lijf, in een zelfverzekerde rijhouding. Als Kiyasa stilstaat, bridge en beloon.
Het kan best dat dit moeilijk is voor haar, maar het is makkelijker als je aan stilstaan denkt als een volwaardige oefening. Stilstaan is niet niets doen – het is met 4 voeten op dezelfde plaats blijven staan, niet met je hoofd zwiepen, niet naar je mens’ benen bijten, niet met de staart slaan (het helpt héél erg als je dit op de grond voorbereidt!).
Als Kiyasa vindt dat ze moet bewegen als je dat doet, neem dan rustig beide teugels aan. Trek niet, je hebt alle tijd van de wereld en een omheining omheen je bak/piste, vraag gewoon om te vertragen, en wacht net zolang tot ze al vertragend helemaal stilstaat. Bridge prompt, laat beide teugels los, en beloon. Herhaal net zolang tot je gewoon rechtop kan zitten in rijhouding zonder dat ze ergens naartoe wil gaan. Beloon haar uiteraard ook voor het BLIJVEN stilstaan.
5. Tweezijdige beenhulp = meer doen
(achteruit -> stilstaan -> stap -> sneller -> draf -> sneller -> galop -> sneller)
Leg nu beide benen tegelijk aan, op de singel. Doe NIETS met de teugels (je houdt ze wel losjes vast, omdat als Kiyasa in beweging komt, je haar uiteraard ook op een rustige manier weer wil laten stilstaan, zoals hierboven beschreven).
Kiyasa zal misschien naar links of rechts of naar achter willen uitwijken, omdat ze nog niet goed kan voelen dat je twéé benen aanlegt, en niet maar één. Dat is een verschil waar ze nog op moet leren letten, dat het betekenis heeft, en niet zomaar iets is om op te reageren in het wilde weg. Haal je benen er niet af tot ze aanstalten maakt om vooruit te bewegen. Ook al lijkt het nergens op, ook al is het scheef, vooruit is vooruit, en goed genoeg voor nu. Bijschaven komt wel. Bridge en haal prompt je benen eraf, beloon.
Wacht tot ze helemaal rustig is, en begin opnieuw.
Als je die basishulpen hebt, kan je ze twee aan twee beginnen combineren, zoals voor wijken voor het been.
*3b. Een andere eenzijdige beenhulp, die wat later zal komen, is de beenhulp die eigenlijk de helft is van de tweezijdige beenhulp. Het been blijft op de singel liggen, net zoals bij de ‘voorwaarts’ cue (meer doen), maar praat dus alleen maar met één achterbeen, in een wending. De bedoeling is dat het binnenachterbeen verder voorwaarts onder de buik wordt neergezet, zodat het paard beter kan inbuigen op de wending (een volte, een hoek…).
En rijden op je zit dan?
Jawel, ik wéét het, het hoort allemaal veel gecompliceerder te zijn. Zitbeenknobbels en gewicht verleggen en niet met je handen rijden en hidden dragons, crouching tigers en zo. Je kan het achteraf zo moeilijk of makkelijk maken als je wil, en er vanalles bijhalen wat voor jou werkt, maar dit gaat nog gewoon over de essentie van de allereenvoudigste maar o zo belangrijke basis-rijhulpen.
Wat eerst komt, is onafhankelijk kunnen zitten – zonder iets te proberen beïnvloeden, want zolang je zit niet werkelijk onafhankelijk is, kan je ook niet zuiver beïnvloeden. Zorg dus maar eerst dat je kan zitten zonder je paard in de weg te, umm, zitten ;-). Dat hij gewoon los onder je door kan lopen, en niet gehinderd wordt door je zit, je benen, je handen, je gewichtsverschuivingen…
Als je dat hebt, een werkelijk niet-storende zit, kan je clickertraining gaan gebruiken om aan het luisteren naar je zit te werken. Hoe werk je zelf aan een wat meer beïnvloedende zit, met zo klein mogelijke hulpen?
In plaats van onmiddellijk die teugel open te doen, draai je eerst je schouder en kijk je in de richting waarheen je wil. Reageert ze dan al, dan bridge je dààr al.
Dénk eerst aan vertragen, hou je zit stil in plaats van mee te volgen. Vertraagt ze dan al, voor je beide teugels werkelijk opneemt, bridge daar! Gebeurt er niets, dan neem je werkelijk die twee teugels op.
Dénk aan versnellen – maak je zit voorwaarts open zodat je paard onder je door kan – komt je paard in beweging, bridge; gebeurt er niets, leg dan je beide benen aan.
Als je consequent bent in het met je zit inleiden van je hulpen dan zal je paard leren te luisteren naar de kleine dingen doe vooraf gebeuren. Laat echter niet te veel tijd tussen zit en eventuele beenhulp – ze moet NU voorwaarts.
Als Kiyasa dit rustig kan in stilstand, en dan in stap, kan je naar draf. Probeer niet te blijven draven – 4 passen draf is gewoon genoeg. Blijven draven is weer een heel andere oefening. Werk gewoon aan je 6 basics in draf – maar pas als het in stap allemaal héél rustig en duidelijk blijft.
Wordt Kiyasa toch onrustig als je met dit alles bezig bent, blijf dan in de eerste plaats zélf helder denken. Concentreer je op haar eerst rustig naar stilstand (of stap als ze in draf is) te krijgen, door beide teugels te gebruiken en niets met je benen te doen (niet niet NIET trekken! vràgen en wàchten tot ze het doet!).
Als ze nerveus is in draf en (nog) niet in staat is om in stap te gaan, bridge dan voor het vertragen.
Hoe beter ze die bridge kent, hoe minder problemen je daar mee zou mogen hebben. De bridge betekent namelijk niet alleen “wat je nu doet is goed, nu krijg je een beloning” maar ook “einde oefening”. Elk paard dat de bridge goed kent zal prompt tot stilstand komen omdat het dat weet. Elk paard dat exact weet waar hij voor beloond wordt en dàt hij beloond wordt, zal z’n uiterste best doen om zo snel en goed mogelijk dat te doen, wat je van hem wil.
Succes!