Hoe een wortel een stok kan worden
Er wordt vaak gepraat over wat er fout kan gaan met clickertraining. Is clickertraining een griezelige vorm van manipulatie? Waarom anders zien we soms gefrustreerde, boze paarden met clickertraining?
Eén van de stokpaardjes van clickertrainers is hoe training foutenloos leren zou moeten zijn. Hoe we leren op zo’n manier moeten opzetten dat het paard zich nooit kan vergissen.
Wel, ik ben daar nog niet zo zeker van.
Minder fouten, okee. Foutenloos? Nee. Ik ben er niet van overtuigd dat je kan – of zelfs maar zou moeten – voorkomen dat iemand fouten maakt. Integendeel, ik denk dat fouten maken een belangrijke leer-ervaring op zich is. Fouten maken is waardevolle informatie krijgen: “nee, dit is niet de juiste manier, ga niet verder in deze richting. Denk opnieuw na, probeer iets anders. Ga niet over je toeren, het is maar een fout.” Fouten maken kan leren versnellen. Ik geloof zelfs dat fouten maken kan leiden tot het leren bedenken van verschillende oplossingen: creativiteit.
Dus hoe leg je je paard uit dat fouten maken niet erg is? Door je niet zo vast te klampen aan je training. Oeh! – is dat niet iets vreemds uit de mond van iemand die er altijd op aandringt dat je in lussen moet trainen en je cues moet afwerken en dat je stimuluscontrole moet krijgen! Is dat dan geen tegenstelling? Nee.
Je zou het dat ongrijpbare “gevoel” kunnen noemen, maar ik denk liever aan het opzetten van trainingssituaties op zo’n manier dat je vrijwillige medewerking krijgt. Want dat maakt ‘werk’ een spel. Dat maakt werk fun.
En essentieel aan fun is dat je zelf kan kiezen.
Als je je positief belonende training té strak maakt, zo strak dat je paard geen fouten ‘hoeft’ te maken, waar zit dan z’n autonomie om vrijelijk te mogen experimenteren? Waar zit zijn vrije keuze? Waar precies is het dat je z’n instrinsieke motivatie koestert, zodat hij met je kan omgaan op een manier die voor hem betekenis heeft?
Als ik zeg: werk je lussen af, vervaag die grote cues, krijg het gedrag op cue, dan zeg ik eigenlijk: hou je training dynamisch. Dril het niet. Blijf niet hangen in die eindeloze routine van ‘goed genoeg’. Strooi niet met gratis wortelen voor repetitieve dingen. Dat is wat je paard verveeld en verdoofd maakt en ‘m doet afhaken. Als je dan wél plots meer van hem verwacht zal hij terecht boos en gefrustreerd reageren. Want eerst beroofde je hem van z’n recht op kiezen, en nu wil je plots méér van hem dan tot nu toe de afspraak was. Je hebt van je wortel een stok gemaakt.
Herinner je je die eerste dagen nadat dat je begon met clickertrainen? Hoe spannend en nieuw het was, voor jullie beiden? Weet je waarom dat was? Omdat je het fijn vond. Er was ruimte voor vergissingen. Fouten maken was niet iets waar je je druk over maakte – je dacht (terecht) dat het aan jou lag, en op die manier gaf je je paard de ruimte om te experimenteren, en dus om fouten te maken. Omdat het nog niet ’telde’. Het was een nieuw spel; het was nog geen werk geworden. Je had gewoon pret.
Extrinsieke motivatie werkt het best als er een intrinsieke motivatie achter zit, waarbij de enige drempel die moet genomen worden die van het effectieve ‘okee ik begin er aan’ is (de ‘engagement gap’). Zodra je paard die drempel overschrijdt, moet de extrinsieke motivator – jouw wortelen – zo snel mogelijk afgebouwd worden, tenzij je die intrinsieke motivatie wil verpletteren. Integendeel: je wil die intrinsieke motivatie doen groeien.
Het doel van clickertraining is niet om te blijven clickeren en voeren. Het is om van dat clickeren en voeren vanaf te komen, zodra je paard begrijpt wat je wil. Clickeren en voeren is je paard zeggen “ja, dat is goed, dit is wat ik wil!” en dan verder gaan.
Er zit iemand in je paard die belang hecht aan spel, maar die geen idee heeft wat het concept ‘werk’ zou betekenen. Beroof je favoriete persoon niet van z’n recht op vrije keuze. Integendeel, maak van je training opnieuw een vrij spel.