Law of Expectancy
The “Law of Expectancy” werd geformuleerd door Edward Tolman (1886- 1959), een behaviorist die zowat als enige niet akkoord was met Thorndike’s “Law of Effect” en Watson’s mechanistische visie op gedrag. Hij vond dat gedrag daarentegen holistisch was, doelbewust, en cognitief: gedrag is geen respons op een stimulus, maar het is een cognitieve manier van omgaan met een patroon van stimuli. Effectieve bekrachtiging is niet eens nodig om gedragsverandering tot stand te doen komen; individuen handelen omdat ze in iets geloven, bepaalde houdingen hebben, omdat omstandigheden veranderen en omdat ze doelen hebben.
Tolman werkte ook rond latent leren.
Tolman legde met de “Law of Expectancy” vast waarom beloningen meer of minder waarde kunnen krijgen doorheen een leerproces; bvb. als je je paard altijd met appel hebt beloond en daarna geef je ineens wortel, dan reageert het paard met afkeer, omdat het iets anders had verwacht; en dat beinvloedt de respons. De “Law of Expectancy” verklaart mee (samen met het proces van klassiek conditioneren, cognitivisme en neuropsychologie) dat àndere belangrijke trainingsprincipe: “training is a contingency”. Het is het algemene gevoel en het verwachtingspatroon dat rond de hele trainingssessie en de aanwezigheid van de trainer hangen die mee het succes van je training bepalen.
Meer lezen: