Law of Effect
Edward Thorndike’s “wet van het effect” (1911) is de basiswet voor gedragsverandering à la “leren door proberen” waarop Skinner later z’n leertheorie uitbouwde.
Oorspronkelijke formulering
Of several responses made to the same situation, those which are accompanied or closely followed by satisfaction to the animal will, other things being equal, be more firmly connected with the situation, so that, when it recurs, they will be more likely to recur; those which are accompanied or closely followed by discomfort to the animal will, other things being equal, have their connections with that situation weakened, so that, when it recurs, they will be less likely to occur. The greater the satisfaction or discomfort, the greater the strengthening or weakening of the bond.
Ter verduidelijking: deze wet werd zeer letterlijk, bijna mechanisch genomen: de behavioristen van toen dachten niet in termen van “wat denkt een mens/rat/paard”. De enige die wat tegenwind bracht was Tolman met zijn ‘Law of Expectancy‘ (Tolman zou later overigens gelijk krijgen, nietwaar?).
Nu weten we uiteraard dat er niet alleen uiterlijke motivaties zijn; er zijn ook innerlijke zoals intrinsieke motivaties, risicoberekening, like vs wanting enz.
Meer lezen:
- Animal intelligence, chapter 5, laws and hypotheses for behavior laws of behavior in general, Thorndike, 1911